.
Structuur
Alle bewegingen van het menselijk zijn gebaseerd op het gebruik van een gedeelte of het gedeelte van het lichaam. Zelden wordt daarbij 1 afzonderlijke spiergroep gebruikt, meestal is het een keten van lichaamsonderdelen wat gebruikt wordt bij alles wat we doen.
Voorbeeld is het correct tillen van een gewicht vanuit de benen. Als je de techniek vanuit de onderrug uitvoert met gebogen rug, merk al snel dat dit problemen kan opleveren met je rug.
Dit correcte gebruik van de lichaamshouding kan niet alleen gebruikt worden om een gewicht te tillen maar ook als toepassing in zelfverdedigingssituaties. Zo kan je denken aan een stevige stand om minder snel om te vallen, maar een houding van waaruit een stoot meer krachtig kan worden gemaakt.
Bij deze houding zijn een aantal zaken op te merken:
- Doorgezakte gelijkmatige stand van man rechts
- Man staat haaks op de duwende man om zo maximaal stevig te staan
- Ontspannen houding van man rechts.
Dit is niet een oefening in spierkracht, maar hoe je het lichaam kan inzetten om maximaal balans te houden.
Van theorie naar toepassing
Om de correcte lichaamshouding aan te nemen en te blijven gebruiken is het essentieel om consequent te trainen. Dat begint bij de warming-up, de basistraining van stoten en trappen. Maar uiteindelijk ook in de drills en de toepassingen.
Een rechte houding is behalve qua structuur ook tactisch belangrijk. Als je voorover buigt heb je minder overzicht naar voren, maar vooral ook naar de zijkanten, je gezichtsveld wordt beperkt door voorover te hangen. Prima in een situatie tegen 1 tegenstander, maar niet tegen meerdere tegenstanders.
Er is nog veel meer te vertellen over dit onderwerp, maar dit is iets wat bij uitstek fysiek getraind moeten worden en ervaren. Het systeem van Bukti Negara is doorspekt met functionele trainingsoefeningen, waarbij de ‘body mechanics’ centraal staat. Uitgangspunt bij ons is dat het systeem ook moet werken bij minder krachtige en lichtere personen. In dat geval is het juiste inzetten van je hele lichaam essentieel om ook die grotere en sterkere tegenstander uit balans te kunnen brengen.
“Wie niet sterk is moet slim zijn”